Griekenland, gelegen in Zuidoost-Europa, is lid van de Europese Unie (EU) en maakt deel uit van de eurozone. Als EU-lidstaat volgt Griekenland het Gemeenschappelijk Douanetarief (GDT) van de EU voor importen uit landen buiten de EU. De invoertarieven in Griekenland worden bepaald door de classificatiecode van het Geharmoniseerd Systeem (HS) en kunnen variëren afhankelijk van de productcategorie en het land van herkomst. Goederen die uit andere EU-landen worden geïmporteerd, zijn niet onderworpen aan douanerechten, terwijl producten uit landen buiten de EU te maken kunnen krijgen met verschillende invoertarieven, waaronder speciale invoerrechten.
Tariefstructuur in Griekenland
Griekenland hanteert het Gemeenschappelijk Douanetarief (GDT) van de Europese Unie. Dit betekent dat voor producten die uit niet-EU-landen worden geïmporteerd, dezelfde tarieven gelden als in alle EU-lidstaten. De volgende soorten tarieven worden toegepast:
- Ad Valorem-recht: een percentage op basis van de waarde van de geïmporteerde goederen (bijvoorbeeld 10% van de waarde van het product).
- Specifieke invoerrechten: een vast bedrag op basis van de hoeveelheid of het gewicht van de geïmporteerde goederen (bijv. € 2 per kilogram).
- Gecombineerde taak: een combinatie van ad valorem- en specifieke taken, afhankelijk van het product.
Naast douanerechten moet u over ingevoerde goederen ook BTW betalen en kunnen er accijnzen worden geheven. Dit geldt met name voor alcohol, tabak en energieproducten.
Griekenland profiteert ook van preferentiële handelsverdragen als onderdeel van de EU, waaronder het Algemeen Preferentiestelsel (SAP), dat lagere tarieven of belastingvrije toegang biedt tot bepaalde producten uit ontwikkelingslanden.
Tarieven per productcategorie
1. Landbouwproducten en levensmiddelen
Landbouwproducten en levensmiddelen worden vaak geconfronteerd met hogere invoerrechten vanwege hun belang voor de Griekse economie, vooral omdat landbouw een sleutelrol speelt in de binnenlandse productie van het land. De import van levensmiddelen is streng gereguleerd om lokale producenten te beschermen.
1.1. Fruit en groenten
- Vers fruit: De invoerrechten voor vers fruit variëren van 5% tot 15%, afhankelijk van het soort fruit. Citrusvruchten worden bijvoorbeeld belast met ongeveer 10%, terwijl tropisch fruit zoals bananen hogere tarieven hanteert.
- Groenten: Voor verse en diepvriesgroenten gelden invoerrechten van 0% tot 14%.
- Verwerkte groenten en fruit: Groenten en fruit in blik of uit de diepvries worden doorgaans belast met 10% tot 20%.
Speciale invoerrechten:
- Bananen uit landen buiten de EU: Er geldt een specifiek tarief van ongeveer € 75 per ton.
- Bepaalde fruitsoorten uit specifieke landen: Er kunnen speciale tarieven worden geheven op producten zoals citrusvruchten uit niet-preferentiële landen, afhankelijk van de quota.
1.2. Zuivelproducten
- Melk: De invoer van melk wordt belast met tarieven van 20% tot 30%, afhankelijk van het type en of het verse of poedervormige melk betreft.
- Kaas: Op de invoer van kaas worden invoerrechten geheven die variëren van 5% tot 25%. Zachte kazen, zoals feta, worden doorgaans tegen een lager tarief belast dan harde kazen.
- Boter en room: Op deze producten worden tarieven geheven van 10% tot 30%.
Speciale invoerrechten:
- Kaas uit landen buiten de EU: Kaas uit landen zonder vrijhandelsverdragen kan te maken krijgen met hogere invoerrechten, soms zelfs meer dan € 140 per 100 kilogram.
1.3. Vlees en gevogelte
- Rundvlees: Geïmporteerd rundvlees wordt belast met 12% tot 30%, afhankelijk van of het vers, bevroren of verwerkt is.
- Varkensvlees: Op de invoer van varkensvlees worden doorgaans invoerrechten geheven die variëren van 10% tot 20%.
- Pluimvee: Op pluimveeproducten worden tarieven van 15% tot 20% geheven. Voor verwerkt pluimvee gelden hogere tarieven.
Speciale importvoorwaarden:
- Amerikaans rundvlees: De import van rundvlees uit de VS krijgt te maken met extra beperkingen en tarieven als gevolg van EU-regelgeving over met hormonen behandeld vlees. Ook rundvlees dat het quotum overschrijdt, is onderhevig aan aanzienlijke tarieven.
2. Gefabriceerde goederen
Industriële goederen zijn een van de belangrijkste importproducten in Griekenland, waaronder textiel, machines en consumentenelektronica. De tarieven voor deze goederen worden bepaald door hun classificatie en variëren vaak afhankelijk van de mate van verwerking.
2.1. Textiel en kleding
- Katoenen textiel: Op katoenen stoffen en kleding worden doorgaans invoerrechten van 8% tot 12% geheven, afhankelijk van de vraag of het om grondstoffen of eindproducten gaat.
- Synthetische textiel: Producten gemaakt van synthetische vezels, zoals polyester of nylon, worden belast met tarieven van 5% tot 10%.
- Schoenen: Voor schoenen, zowel leer als synthetisch, geldt over het algemeen een invoerrecht van 12% tot 17%.
Speciale invoerrechten:
- Textiel uit ontwikkelingslanden (bijvoorbeeld Bangladesh): Onder het Algemeen Preferentiestelsel (SAP) van de EU kunnen voorkeurstarieven of belastingvrije toegang van toepassing zijn, wat gunstig is voor import uit specifieke ontwikkelingslanden.
2.2. Machines en elektronica
- Industriële machines: De invoer van industriële en landbouwmachines wordt doorgaans belast met 0% tot 5%, wat hun belang voor de industriële basis van Griekenland weerspiegelt.
- Consumentenelektronica: Op televisies, radio’s en mobiele telefoons worden invoerrechten geheven van 5% tot 10%, afhankelijk van het product.
- Computers en randapparatuur: Computers en aanverwante apparatuur vallen over het algemeen onder 0%-tarieven vanwege de Information Technology Agreement (ITA), die tarieven op veel hightechproducten elimineert.
Speciale importvoorwaarden:
- Machines uit ontwikkelingslanden: Op machines die uit ontwikkelingslanden worden geïmporteerd, kunnen lagere tarieven van toepassing zijn, wat de industriële ontwikkeling bevordert.
2.3. Auto’s en auto-onderdelen
- Personenauto’s: De invoerrechten op auto’s bedragen 10%, met extra belastingen op luxe voertuigen.
- Vrachtwagens en bedrijfsvoertuigen: De tarieven voor vrachtwagens en andere bedrijfsvoertuigen variëren van 5% tot 10%, afhankelijk van de motorinhoud en -inhoud.
- Auto-onderdelen: Op auto-onderdelen zoals motoren en remmen worden invoerrechten geheven van 4% tot 8%.
Speciale invoerrechten:
- Japanse auto’s: In het kader van de Economische Partnerschapsovereenkomst (EPA) tussen de EU en Japan zijn de tarieven op bepaalde Japanse auto’s verlaagd. Sommige categorieën zijn nu zelfs belastingvrij.
3. Chemische producten
Chemische producten, waaronder farmaceutische producten en kunststoffen, zijn essentiële importproducten voor Griekenland. De invoerrechten op deze producten variëren afhankelijk van hun gebruik: voor industriële doeleinden of als afgewerkte consumptiegoederen.
3.1. Farmaceutische producten
- Geneesmiddelen: Op farmaceutische producten worden doorgaans 0% tarieven geheven, waardoor de toegang tot essentiële geneesmiddelen betaalbaar is.
- Niet-medicinale chemische verbindingen: Op de import van chemicaliën voor industrieel gebruik worden invoerrechten geheven van 3% tot 6%, afhankelijk van hun classificatie.
Speciale invoerrechten:
- Geneesmiddelen uit landen buiten de EU: Er kunnen beperkingen of hogere tarieven van toepassing zijn als producten niet voldoen aan de EU-voorschriften inzake gezondheid en veiligheid.
3.2. Kunststoffen en polymeren
- Ruwe kunststoffen: De tarieven op ruwe kunststoffen, zoals polymeren, liggen doorgaans rond de 6,5%.
- Kunststofproducten: Afgewerkte kunststofproducten, waaronder verpakkingen en consumentenproducten, worden belast met 3% tot 8%.
4. Hout- en papierproducten
4.1. Hout en timmerhout
- Ruw hout: De invoerrechten op onbewerkt hout variëren van 0% tot 2%, waardoor het gebruik ervan in de bouw en de industrie wordt aangemoedigd.
- Bewerkt hout: De tarieven op bewerkte houtproducten, zoals multiplex en fineer, liggen doorgaans tussen de 4% en 6%.
Speciale invoerrechten:
- Hout uit specifieke landen: Er kunnen aanvullende tarieven van toepassing zijn op houtinvoer uit landen met niet-duurzame houtkapmethoden.
4.2. Papier en karton
- Krantenpapier: De import van krantenpapier is vaak belastingvrij om de lokale uitgeverssector te ondersteunen.
- Gestreken papier: Gestreken of glanzende papierproducten worden onderworpen aan invoerrechten van 3% tot 7%.
- Verpakkingsmaterialen: Karton en verpakkingsmaterialen worden over het algemeen belast met 5% tot 8%.
5. Metalen en metaalproducten
5.1. IJzer en staal
- Ruw staal: Op de import van ruw staal worden doorgaans invoerrechten van 0% tot 3% geheven.
- Afgewerkte staalproducten: De tarieven op bewerkte staalproducten, zoals balken en buizen, variëren van 3% tot 6%.
- Roestvrij staal: Op roestvrijstalen producten worden invoerrechten geheven van 0% tot 5%, afhankelijk van het type product.
Speciale invoerrechten:
- Invoer van staal uit China: Op bepaalde staalproducten uit China worden antidumpingsheffingen geheven die oplopen tot 25%. Dit komt door zorgen over een overstroming van de markt met ondergeprijsde producten.
5.2. Aluminium
- Ruw aluminium: De tarieven op ruw aluminium liggen doorgaans tussen 2% en 4%.
- Aluminiumproducten: Op afgewerkte aluminiumproducten, zoals blikjes en verpakkingen, worden invoerrechten van 5% tot 8% geheven.
6. Energieproducten
6.1. Fossiele brandstoffen
- Ruwe olie: Op de import van ruwe olie worden doorgaans geen invoerrechten geheven, aangezien de import van energie van cruciaal belang is voor de Griekse economie.
- Aardgas: Aardgas is vaak belastingvrij, met name op grond van specifieke handelsovereenkomsten.
- Steenkool: De invoer van steenkool wordt doorgaans belast met 0% tot 2%, afhankelijk van het land van herkomst.
6.2. Apparatuur voor hernieuwbare energie
- Zonnepanelen: Op de import van zonnepanelen worden doorgaans invoerrechten geheven van 0% tot 2%, in lijn met de inspanningen van Griekenland om hernieuwbare energie te stimuleren.
- Windturbines: Windenergie-apparatuur is doorgaans vrijgesteld van tarieven om investeringen in hernieuwbare energie te bevorderen.
Speciale invoerrechten per land
1. Europese Unie (EU)
Als lid van de Europese Unie heft Griekenland geen douanerechten op importen uit andere EU-landen. Dit komt door de Europese interne markt, die vrij verkeer van goederen toestaat.
2. Verenigde Staten
Producten uit de Verenigde Staten vallen onder de standaard EU-tarieven. Vanwege handelsconflicten kunnen echter op bepaalde Amerikaanse goederen, met name staal en aluminium, extra tarieven van 10% tot 25% worden geheven.
3. China
Op Chinese importen zijn de standaard CCT-tarieven van toepassing, maar op bepaalde goederen, zoals textiel en staal, worden antidumpingsheffingen van maximaal 25% geheven. Dit vanwege zorgen over oneerlijke handelspraktijken en de dumping van goedkope producten.
4. Ontwikkelingslanden
Griekenland, als onderdeel van de EU, hanteert preferentiële tarieven voor import uit ontwikkelingslanden onder het Algemeen Preferentiestelsel (SAP). Dit maakt verlaagde of geen tarieven mogelijk op goederen uit in aanmerking komende landen, met name voor textiel, landbouwproducten en grondstoffen.
5. Japan
Op grond van de Economische Partnerschapsovereenkomst (EPA) tussen de EU en Japan gelden voor veel Japanse producten, waaronder auto’s en elektronica, verlaagde tarieven of belastingvrije toegang tot de Griekse markt.
Landfeiten: Griekenland
- Formele naam: Helleense Republiek (Ελληνική Δημοκρατία)
- Hoofdstad: Athene
- Grootste steden:
- Athene
- Thessaloniki
- Patras
- Inkomen per hoofd van de bevolking: $ 22.000 (schatting 2023)
- Bevolking: 10,4 miljoen (schatting 2023)
- Officiële taal: Grieks
- Munteenheid: Euro (€)
- Ligging: Zuidoost-Europa, grenzend aan Albanië, Noord-Macedonië, Bulgarije en Turkije, met kustlijnen langs de Egeïsche, Ionische en Middellandse Zee.
Beschrijving van de geografie, economie en belangrijkste industrieën van Griekenland
Geografie
Griekenland ligt in Zuidoost-Europa en heeft een bergachtig vasteland en een uitgestrekte kustlijn langs de Egeïsche, Ionische en Middellandse Zee. Het staat bekend om zijn talrijke eilanden, waarvan Kreta, Rhodos en de Cycladen enkele van de bekendste zijn. Het ruige landschap van Griekenland heeft van oudsher de landbouw en handel gevormd, en de strategische ligging maakt het een cruciaal knooppunt voor handel en commercie tussen Europa, Azië en Afrika.
Economie
De Griekse economie is gemengd en ontwikkeld, grotendeels gebaseerd op dienstverlening, met toerisme en scheepvaart als de twee belangrijkste sectoren. Het land heeft een rijke culturele geschiedenis, waardoor het een populaire bestemming is voor internationale bezoekers. Daarnaast heeft Griekenland een robuuste landbouwsector, met olijven, olijfolie, wijn en zeevruchten als belangrijkste exportproducten.
De Griekse economie heeft echter ook te maken gehad met aanzienlijke uitdagingen, waaronder de schuldencrisis die in 2009 begon. Daarna onderging Griekenland strenge bezuinigingsmaatregelen, economische hervormingen en financiële hulpprogramma’s om de economie te stabiliseren. Als lid van de Europese Unie profiteert Griekenland van de interne markt, die het vrije verkeer van goederen en diensten over de grenzen heen mogelijk maakt.
Grote industrieën
- Toerisme: Het rijke historische erfgoed en de natuurlijke schoonheid van Griekenland trekken jaarlijks miljoenen toeristen. De sector draagt aanzienlijk bij aan het bbp van het land en biedt werkgelegenheid aan een groot deel van de bevolking.
- Scheepvaart: Griekenland heeft een van de grootste handelsvloten ter wereld. De strategische ligging van het land maakt het een belangrijke speler in de wereldwijde scheepvaart en logistiek.
- Landbouw: Griekenland staat bekend om zijn productie van olijven, olijfolie, fruit, groenten en wijn. De landbouwsector is essentieel voor zowel de binnenlandse consumptie als de export.
- Productie: De productiesector in Griekenland omvat voedselverwerking, textiel en chemicaliën. Het levert een belangrijke bijdrage aan de nationale economie.
- Energie: Griekenland investeert steeds meer in hernieuwbare energie, met name in zonne- en windenergie. Het zonnige klimaat en de winderige eilanden van het land bieden ideale omstandigheden voor de bloei van deze industrieën.