Invoerrechten Oostenrijk

Oostenrijk, een Midden-Europees land en lid van de Europese Unie (EU), hanteert het Gemeenschappelijk Douanetarief (GDT) van de EU voor de regulering van de import. Dit uniforme tariefstelsel wordt uniform toegepast in alle EU-lidstaten, waaronder Oostenrijk, en bepaalt de invoerrechten voor producten uit niet-EU-landen. Het Oostenrijkse tariefstelsel beoogt een evenwicht te vinden tussen de bescherming van lokale industrieën en de voordelen van internationale handel. Dit zorgt ervoor dat goederen beschikbaar zijn voor consumenten tegen concurrerende prijzen en ondersteunt tegelijkertijd de belangrijkste economische sectoren van het land, zoals de maakindustrie, landbouw en hightechindustrie. Oostenrijk profiteert ook van diverse preferentiële handelsovereenkomsten die de invoerrechten op producten uit specifieke landen of regio’s verlagen of afschaffen.

Invoerrechten Oostenrijk


Aangepaste tarieven per productcategorie in Oostenrijk

1. Landbouwproducten

Landbouw is een belangrijke sector voor Oostenrijk, hoewel het land voor veel landbouwproducten afhankelijk is van import om aan de binnenlandse vraag te voldoen. Als onderdeel van de EU voert Oostenrijk het Gemeenschappelijk Landbouwbeleid (GLB) uit, dat van invloed is op de tarieven voor de import van landbouwproducten en vaak bescherming biedt aan EU-boeren via invoerrechten en quota.

1.1 Basislandbouwproducten

  • Granen en zaden: De invoerrechten op tarwe, maïs, rijst en andere granen variëren afhankelijk van de marktomstandigheden en de binnenlandse productie binnen de EU.
    • Tarwe, maïs en gerst: hierop worden doorgaans invoerrechten geheven van 0% tot 10%, afhankelijk van handelsovereenkomsten en de behoeften van de markt.
    • Rijst: Op geïmporteerde rijst kunnen invoerrechten van maximaal 65 EUR/ton worden geheven, hoewel er bij specifieke handelsovereenkomsten mogelijk voorkeurstarieven van toepassing zijn.
  • Groenten en fruit: Oostenrijk importeert een aanzienlijk deel van zijn groenten en fruit en de tarieven variëren afhankelijk van de seizoensgebondenheid van de binnenlandse productie.
    • Citrusvruchten (sinaasappels, citroenen, grapefruits): Over het algemeen worden er invoerrechten geheven van 5% tot 10%.
    • Appels, peren en ander fruit uit de gematigde streken5% tot 15%, afhankelijk van de tijd van het jaar en de lokale aanvoer.
    • Aardappelen, uien en tomaten: Vaak onderhevig aan invoerrechten van 5% tot 20%.
  • Suiker en zoetstoffen: De invoerrechten op suiker zijn doorgaans hoog, met tarieven rond de 40 euro per ton, mede om suikerproducenten in de EU te beschermen. Speciale importquota’s kunnen tariefvrije import uit bepaalde landen mogelijk maken.

1.2 Vee en zuivelproducten

  • Vlees en gevogelte: Oostenrijk heft invoerrechten op vlees. De tarieven zijn afhankelijk van het soort vlees en het land van herkomst.
    • Rundvlees en varkensvlees: De tarieven kunnen variëren van 12% tot 20%, terwijl bepaalde vleessoorten kunnen profiteren van tariefquota’s (TRQ’s).
    • Pluimvee: De invoerrechten op pluimveeproducten variëren van 15% tot 25% om EU-producenten te beschermen.
  • Vis en zeevruchten: Visimport in Oostenrijk is over het algemeen onderworpen aan invoerrechten tussen 5% en 10%, afhankelijk van het product en de herkomst. Voor landen met preferentiële handelsovereenkomsten gelden lagere tarieven.
  • Zuivelproducten: Oostenrijk hanteert invoerrechten op zuivelproducten, met name op verwerkte zuivelproducten.
    • Kaas: De invoerrechten op kaas liggen doorgaans tussen de 8% en 15%, met variaties afhankelijk van het soort kaas en de herkomst.
    • Boter en room: invoerrechten van 10% tot 15%, hoewel import uit bepaalde landen via handelsovereenkomsten van lagere tarieven kan profiteren.

1.3 Speciale invoerrechten

Oostenrijk profiteert van preferentiële handelsovereenkomsten dankzij zijn EU-lidmaatschap. Dit betekent dat veel landbouwproducten uit landen met vrijhandelsovereenkomsten (FTA’s), zoals de EU-Zuid-Korea of ​​de Comprehensive Economic and Trade Agreement (CETA) tussen de EU en Canada, mogelijk te maken krijgen met verlaagde of zelfs geen tarieven. Bovendien komen importen uit de minst ontwikkelde landen (MOL’s) onder het Algemeen Preferentiestelsel (SAP) vaak in aanmerking voor nultarieven of aanzienlijk lagere tarieven.

2. Industriële goederen

De Oostenrijkse industriële sector is divers en omvat machines, elektronica en bouwmaterialen. Industriële import is cruciaal voor de ondersteuning van de productie- en infrastructuurprojecten van het land. Als lid van de EU hanteert Oostenrijk de gemeenschappelijke externe tarieven voor industriële goederen uit landen buiten de EU.

2.1 Machines en apparatuur

  • Industriële machines: De tarieven op zware machines, waaronder bouw- en landbouwmachines, zijn relatief laag.
    • Bouwmachines: hierop worden doorgaans tarieven van 1,7% tot 3% geheven, afhankelijk van het type machine.
    • Landbouwmachines: Voor tractoren en andere landbouwmachines liggen de tarieven doorgaans tussen de 3% en 5%.
  • Elektrische machines: Op de invoer van elektrische apparatuur, waaronder generatoren, transformatoren en andere elektronica op industriële schaal, worden doorgaans invoerrechten geheven van 0% tot 4,5%, afhankelijk van de productcategorie.
  • Productieapparatuur: Apparatuur die in de bloeiende Oostenrijkse productiesector wordt gebruikt, wordt vaak geïmporteerd tegen tarieven die variëren van 2% tot 4%.

2.2 Motorvoertuigen en transport

Oostenrijk importeert een breed scala aan voertuigen, van personenauto’s tot vrachtwagens. De tarieven variëren afhankelijk van het type voertuig en de motorinhoud.

  • Personenauto’s: Oostenrijk hanteert, net als andere EU-landen, een invoerrecht van 10% op personenauto’s uit niet-EU-landen. Dit standaardtarief kan worden verlaagd of afgeschaft voor landen met specifieke handelsovereenkomsten, zoals Zuid-Korea of ​​Japan in het kader van vrijhandelsovereenkomsten van de EU.
    • Elektrische voertuigen (EV’s): Elektrische voertuigen die worden geïmporteerd uit landen buiten de EU kunnen profiteren van verlaagde tarieven in het kader van de klimaatactie-initiatieven van de EU.
  • Bedrijfsvoertuigen: invoerrechten voor vrachtwagens, bussen en andere bedrijfsvoertuigen bedragen doorgaans ongeveer 10%, maar kunnen enigszins variëren afhankelijk van het type voertuig.
  • Auto-onderdelen en -componenten: invoerrechten op auto-onderdelen en -componenten, zoals motoren, banden en elektronica, liggen doorgaans tussen de 2% en 4,5%, waardoor de import van onderdelen voor assemblage in lokale industrieën wordt gestimuleerd.

2.3 Speciale invoerrechten

Oostenrijk profiteert van vrijhandelsovereenkomsten tussen de EU en diverse landen buiten de EU, zoals JapanCanada en Zuid-Korea, waar de tarieven op industriële goederen, waaronder machines en voertuigen, worden verlaagd of zelfs afgeschaft. Bijvoorbeeld:

  • Onder CETA zijn de tarieven op een groot aantal industriële goederen die uit Canada worden geïmporteerd, nihil.
  • Ook importen uit Zuid-Korea in het kader van het vrijhandelsverdrag tussen de EU en Zuid-Korea profiteren van nultarieven op veel industriële producten.

3. Textiel en kleding

Oostenrijk importeert een aanzienlijke hoeveelheid textiel en kleding, met name uit Aziatische landen. De invoerrechten op deze goederen zijn bedoeld om de binnenlandse textielindustrie van de EU te beschermen en tegelijkertijd de beschikbaarheid van betaalbare kleding te waarborgen.

3.1 Grondstoffen

  • Textielvezels: Op de import van grondstoffen als katoen, wol en synthetische vezels zijn doorgaans lage tarieven van toepassing (0% tot 5%), waardoor de lokale textiel- en kledingindustrie wordt gestimuleerd om grondstoffen tegen concurrerende prijzen in te kopen.
  • Stoffen en garens: Stoffen en garens die gebruikt worden bij de productie van textiel zijn onderhevig aan invoerrechten variërend van 4% tot 8%, afhankelijk van het materiaal en de herkomst.

3.2 Afgewerkte kleding en kledingstukken

  • Kleding en confectiekleding: Voor afgewerkte kleding die in Oostenrijk wordt geïmporteerd, geldt een invoerrecht van 12%, dat in de hele EU uniform geldt. Dit geldt voor alle soorten kleding, van vrijetijdskleding tot formele kleding.
  • Schoenen: Op de import van schoenen worden doorgaans invoerrechten geheven die variëren van 8% tot 17%, afhankelijk van het materiaal (bijvoorbeeld leer, synthetisch) en het type schoen.

3.3 Speciale invoerrechten

Veel textielproducten uit landen met EU-handelsovereenkomsten profiteren van verlaagde tarieven of geen invoerrechten. Bijvoorbeeld:

  • Op grond van de Economische Partnerschapsovereenkomst (EPA) tussen de EU en Japan gelden er lagere tarieven voor Japanse textiel en kleding wanneer deze de EU-markt betreden.
  • Het GSP- schema maakt verlaagde of geen tarieven mogelijk op textiel en kleding uit ontwikkelingslanden, waaronder Bangladesh en Vietnam.

4. Consumptiegoederen

Oostenrijk importeert een breed scala aan consumptiegoederen, van elektronica tot huishoudelijke artikelen. De invoerrechten op deze goederen zijn bedoeld om de behoefte aan betaalbare producten in evenwicht te brengen met de bescherming van lokale producenten en het genereren van overheidsinkomsten.

4.1 Elektronica en huishoudelijke apparaten

  • Huishoudelijke apparaten: Voor grote huishoudelijke apparaten zoals koelkasten, wasmachines en airconditioners geldt een tarief van 2% tot 4,5%.
  • Consumentenelektronica: Elektronica, waaronder televisies, laptops en smartphones, wordt over het algemeen geïmporteerd met invoerrechten tussen 0% en 3%. Bepaalde hoogwaardige elektronica uit landen buiten de EU kan iets hogere tarieven hanteren.

4.2 Meubilair en stoffering

  • Meubels: Op geïmporteerde meubelen, waaronder meubelen voor thuis en op kantoor, worden invoerrechten geheven van 5% tot 10%, afhankelijk van het materiaal (hout, metaal, kunststof) en de complexiteit van het ontwerp.
  • Woninginrichting: Artikelen zoals tapijten, gordijnen en andere woningdecoratieproducten vallen doorgaans onder de tarieven die variëren van 5% tot 12%.

4.3 Speciale invoerrechten

Consumptiegoederen die worden geïmporteerd uit landen met vrijhandelsovereenkomsten van de EU, zoals Canada of Zuid-Korea, profiteren vaak van nultarieven, waardoor deze goederen concurrerender zijn op de Oostenrijkse markt. Bovendien importeert Oostenrijk onder het GSP- stelsel veel consumptiegoederen uit ontwikkelingslanden tegen verlaagde tarieven.

5. Energie- en aardolieproducten

Oostenrijk is voor een groot deel van zijn energievoorziening afhankelijk van import, met name aardolie en aardgas. Het land hanteert invoerrechten op deze importen in overeenstemming met het energiebeleid van de EU, met als doel energiezekerheid in evenwicht te brengen met klimaatdoelen.

5.1 Aardolieproducten

  • Ruwe olie: Oostenrijk importeert ruwe olie met lage tarieven (0% tot 5%), afhankelijk van de marktomstandigheden en de bron van de olie. De energiestrategie van de EU is gericht op het garanderen van een stabiele en betaalbare energievoorziening en het stimuleren van de overstap naar hernieuwbare energie.
  • Geraffineerde aardolieproducten: tarieven op geraffineerde aardolieproducten, zoals benzine, diesel en vliegtuigbrandstof, variëren doorgaans van 2% tot 5%.

5.2 Apparatuur voor hernieuwbare energie

  • Zonnepanelen en windturbines: Om hernieuwbare energieprojecten te stimuleren, hanteert Oostenrijk een nultarief op apparatuur die wordt gebruikt in zonne- en windenergie-installaties. Dit sluit aan bij de klimaatdoelen van de EU, die prioriteit geven aan de overgang naar schone energiebronnen.

6. Farmaceutische producten en medische apparatuur

Oostenrijk, dat deel uitmaakt van de EU, zorgt ervoor dat essentiële medicijnen en medische apparatuur verkrijgbaar zijn tegen betaalbare prijzen door lage of geen invoerrechten op deze producten te heffen.

6.1 Farmaceutische producten

  • Geneesmiddelen: De meeste essentiële geneesmiddelen zijn binnen de EU onderworpen aan nultarieven, waardoor de toegankelijkheid van de gezondheidszorg gewaarborgd is. Voor niet-essentiële farmaceutische producten kunnen tarieven tot 5% worden geheven.

6.2 Medische hulpmiddelen

  • Medische apparatuur: Op de invoer van medische apparatuur, waaronder diagnostische instrumenten, chirurgische instrumenten en ziekenhuisapparatuur, worden doorgaans geen of zeer lage tarieven geheven (0% tot 2%).

7. Speciale invoerrechten en vrijstellingen

Oostenrijks positie als EU-lidstaat betekent dat het het gemeenschappelijk buitentarief van de EU toepast op goederen die uit niet-EU-landen worden geïmporteerd. Veel producten profiteren echter van preferentiële handelsovereenkomsten, waardoor de tarieven op goederen uit specifieke landen worden verlaagd of zelfs afgeschaft.

7.1 Bijzondere heffingen voor niet-EU-landen

Importen uit landen buiten de EU en zonder preferentiële handelsovereenkomsten kunnen onderworpen zijn aan het volledige gemeenschappelijk buitentarief. Bijvoorbeeld:

  • Voor importen uit China, die niet onder een vrijhandelsovereenkomst met de EU vallen, gelden standaardtarieven voor verschillende producten, waaronder elektronica, textiel en machines.

7.2 Bilaterale en multilaterale overeenkomsten

Oostenrijk profiteert van het EU-netwerk van handelsovereenkomsten, die gunstige tarieven bieden voor goederen die uit partnerlanden worden geïmporteerd. Belangrijke overeenkomsten zijn onder meer:

  • Uitgebreide economische en handelsovereenkomst tussen de EU en Canada (CETA): veel industriële en agrarische goederen die uit Canada worden geïmporteerd, profiteren van nultarieven.
  • Vrijhandelsovereenkomst EU-Zuid-Korea: Voor industriële producten, waaronder elektronica en machines, gelden verlaagde of geen invoerrechten bij import uit Zuid-Korea.
  • Economische Partnerschapsovereenkomst (EPA) tussen de EU en Japan: deze overeenkomst zorgt voor lagere tarieven op Japanse auto’s, elektronica en andere goederen.
  • Algemeen Preferentiestelsel (SAP): Oostenrijk importeert veel goederen uit ontwikkelingslanden tegen verlaagde of geen tarieven, met name textiel en consumptiegoederen uit landen als Bangladesh en Cambodja.

Landfeiten

  • Officiële naam: Republiek Oostenrijk
  • Hoofdstad: Wenen
  • Grootste steden:
    • Wenen (hoofdstad en grootste stad)
    • Graz
    • Linz
  • Inkomen per hoofd van de bevolking: circa $ 53.000 USD (schatting 2023)
  • Bevolking: circa 9 miljoen (schatting 2023)
  • Officiële taal: Duits
  • Valuta: Euro (EUR)
  • Geografische ligging: Oostenrijk is een land in Midden-Europa dat grenst aan Duitsland, Tsjechië, Slowakije, Hongarije, Slovenië, Italië, Zwitserland en Liechtenstein.

Geografie van Oostenrijk

De geografie van Oostenrijk wordt gedomineerd door de Alpen, die ongeveer tweederde van het land beslaan, waardoor het een populaire bestemming is voor wintersport en toerisme. Oostenrijk heeft een totale oppervlakte van 83.879 vierkante kilometer en de Donau, die door het land stroomt, speelt een belangrijke rol in het transport en de economie.

  • Bergen: De Oostenrijkse Alpen zijn een opvallend kenmerk, met de Grossglockner als hoogste bergtop met 3.798 meter.
  • Rivieren: De rivier de Donau stroomt door het noorden van Oostenrijk en verbindt het land met Duitsland en andere Midden-Europese landen.
  • Klimaat: Oostenrijk kent een gematigd alpien klimaat, met koude winters en warme zomers.

Economie van Oostenrijk

Oostenrijk heeft een sterk ontwikkelde en gediversifieerde economie, met sterke sectoren in de maakindustrie, dienstverlening en technologie. Het land staat bekend om zijn geavanceerde industriële basis en hoge levensstandaard, waardoor het een van de rijkste landen van de EU is.

1. Productie en industrie

De Oostenrijkse industriële sector is zeer gediversifieerd, met een focus op auto’smachines en chemische producten. Het land herbergt grote autofabrikanten en -leveranciers, evenals industrieën die gespecialiseerd zijn in metaalproductie, machines en elektronica.

2. Toerisme

Toerisme levert een belangrijke bijdrage aan de Oostenrijkse economie, met miljoenen bezoekers die naar de Alpenresortshistorische steden en culturele attracties trekken. Vooral Wenen staat bekend om zijn rijke geschiedenis, architectuur en muzikale erfgoed.

3. Financiën en diensten

Oostenrijk heeft een goed ontwikkelde financiële sector, waarbij bank- en verzekeringsdiensten een sleutelrol spelen in de economie. Wenen fungeert als financieel centrum voor Centraal- en Oost-Europa.

4. Landbouw

Hoewel de landbouw een kleiner deel van het Oostenrijkse bbp vertegenwoordigt, produceert het land hoogwaardige zuivelproductengranen en wijn, met name in de oostelijke regio’s. Oostenrijk staat bekend om zijn toewijding aan biologische landbouw en duurzame landbouwpraktijken.